De Zeeuwse bodemcultuur mossel is bekend om zijn goede smaak en malse vlees. Deze mosselen worden gekweekt op de bodem van de Oosterschelde in relatief ondiep water. Na ongeveer twee jaar zijn de mosselen groot genoeg voor de verkoop. Deze mosselen worden opgevist en vervolgens nog ongeveer een week op een verwaterperceel gelegd om het zand af te spoelen. Vanaf deze verwaterpercelen worden de mosselen nogmaals opgevist om vervolgens gespoeld en verpakt te worden in een jutezak of waterdichte MAP-verpakking.

Het mosselvlees verschilt van kleur van blank tot oranje. Dit heeft niets met de smaak of de kwaliteit van de mossel te maken, maar met de dikte van de schelp. Hoe dikker de schelp, hoe minder licht de mossel krijgt en dus is deze lichter van kleur (net als bij mensen).

De mosselen zijn in verschillende maten verkrijgbaar. Op volgorde van klein naar groot zijn er de extra (>70 st/kg), super (60 tot 70 st/kg), imperial (48-58 st/kg), jumbo (45-55 st/kg) en goudmerk (37-44 st/kg) mosselen. De grotere mosselen hebben meer vlees dus en zijn dus minder schelpen in een kilo.